Wettbewerbsrecht
Een Pflichtverteidiger is geen gekozen raadsman (Wahlverteidiger), maar een Strafverteidiger, die door de rechter in een geval van "notwendige Verteidigung" in de zin van § 140 StPO aan de verdachte wordt toegewezen. De verdachte kan daarbij zijn voorkeur voor een bepaalde Verteidiger kenbaar maken.
De Pflichtverteidiger kan rechtstreeks bij de Duitse Staat declareren. Mocht de verdachte onverhoopt veroordeeld worden, dan zal deze de voorgeschoten kosten alsnog op de veroordeelde verdachte verhalen; behoudens wanneer het jeugdstrafrecht is toegepast. De Pflichtverteidiger mag trouwens ook bijkomende financiële afspraken met de verdachte maken.

Rechtsbescherming tegen oneerlijke concurrentie

Het Wettbewerbsrecht wordt in Nederland ook wel aangeduid met de term mededingingsrecht. Het maakt deel uit van het zogenaamde algemene Lauterkeitsrecht, en bestrijdt, net zoals in Nederland, gevallen van onoirbare of oneerlijke concurrentie, waaronder kartelvorming. Het Wettbewerbsrecht beschermt zowel consumenten alsook mededingers (i.e. concurrenten), en overige marktpartijen, tegen een onoirbaar doen of nalaten van deelnemers aan de Duitse markt.
In Duitsland staat het naast de overige regelgeving rond de Gewerblicher Rechtsschutz (zoals het merkenrecht (Markenrecht), en het modellen- en octrooirecht) (Gebrauchs- und Geschmacksmusterrecht, und Patentrecht). Het auteursrecht (Urheberrecht) heeft daarbij een bijzondere plaats.
Dit laatste is met name ook van belang voor niet-Duitse partijen: als zij goederen of diensten op de Duitse markt aanbieden, zoals bijvoorbeeld via Internet, dan zijn zij (mede) onderworpen aan het Duitse Wettbewerbsrecht.
Nederlandse webshops en fabrikanten/distributeurs die naar Duitsland leveren worden dan ook steeds vaker geconfronteerd met sommaties (Abmahnungen) vanuit Duitsland. Zij doen er goed aan zich te laten informeren, en zeker niet een Abmahnung naast zich neer te leggen. Immers, de Abmahnung is in de meeste gevallen het voorportaal van een juridische procedure, en omdat er beweerdelijk sprake is van een onrechtmatige gedraging is bijna altijd de Duitse rechter bevoegd, en is Duits recht van toepassing.
Dit biedt echter ook weer voordelen voor Nederlandse marktpartijen. Zij kunnen uiteraard ook in Duitsland tegen oneerlijke concurrentie optreden, en op die manier juist gebruikmaken van het strengere Duitse regime. En als de onrechtmatige gedraging via Internet plaatsvindt kan bovendien aan forum-shopping gedaan worden: sommige Duitse gerechten hebben een speciale Wettbewerbrecht-Kammer en beschikken hierdoor over meer expertise over het toch wel zeer casuïstisch getinte Wettbewerbsrecht.
Het Wettbewerbsrecht is uiteraard beïnvloed door de Europese wet- en regelgeving op het gebied van de consumentenbescherming en de mededinging (bijvoorbeeld: Richtlijn 84/450/EEG (misleidende reclame) en Richtlijn 97/55/EG (vergelijkende reclame)). Echter, het Wettbewerbsrecht is uitgebreider, en kent hierdoor het strengste regime van Europa. Het is hoofdzakelijk geregeld in het Gesetz gegen den unlauteren Wettbewerb (UWG), en de daaraan gerelateerde wet- en regelgeving.

Maar ... wat is het?

Het Wettbewerbsrecht ziet dus op de bescherming van de eerlijkheid (fairness) van de concurrentie op de Duitse markt. Daarbij moet het gaan om:
  • een handelen in het zakelijke verkeer (dus niet het handelen van een particulier);
  • dat in strijd is met (de wet o)f de goede zeden;
  • zulks bij bekendheid met het onoirbare karakter van de feitelijke gedraging (die geschäftliche Handlung).

De rechtsgevolgen bij een overtreding zijn ingevolge § 1 UWG:
  • Unterlassungsanspruch (i.e. staken en gestaakt houden van de gewraakte handeling);
  • Schadensersatzanspruch (schadevergoedingsplicht bij (voorwaardelijke) opzet of culpoos handelen).
Ongeveer 80% van alle mededingingsrechtelijke zaken wordt opgelost aan de hand van de hoofdregels van de §§ 1 (zgn. 'große Generalklausel)' en 3 (zgn. 'kleine Generalklausel') UWG:

§ 1. Zweck des Gesetzes
Dieses Gesetz dient dem Schutz der Mitbewerber, der Verbraucherinnen und Verbraucher sowie der sonstigen Marktteilnehmer vor unlauteren geschäftlichen Handlungen. Es schützt zugleich das Interesse der Allgemeinheit an einem unverfälschten Wettbewerb.

§ 3. Verbot unlauterer geschäftlichen Handlungen
(1) Unlautere geschäftliche Handlungen sind unzulässig.
(2) Geschäftliche Handlungen, die sich an Verbraucher richten oder diese erreichen, sind unlauter, wenn sie nicht der unternehmerischen Sorgfalt entsprechen und dazu geeignet sind, das wirtschaftliche Verhalten des Verbrauchers wesentlich zu beeinflussen.
(3) Die im Anhang dieses Gesetzes aufgeführten geschäftlichen Handlungen gegenüber Verbrauchern sind stets unzulässig.
(4) Bei der Beurteilung von geschäftlichen Handlungen gegenüber Verbrauchern ist auf den durchschnittlichen Verbraucher oder, wenn sich die geschäftliche Handlung an eine bestimmte Gruppe von Verbrauchern wendet, auf ein durchschnittliches Mitglied dieser Gruppe abzustellen. Geschäftliche Handlungen, die für den Unternehmer vorhersehbar das wirtschaftliche Verhalten nur einer eindeutig identifizierbaren Gruppe von Verbrauchern wesentlich beeinflussen, die auf Grund von geistigen oder körperlichen Beeinträchtigungen, Alter oder Leichtgläubigkeit im Hinblick auf diese geschäftlichen Handlungen oder die diesen zugrunde liegenden Waren oder Dienstleistungen besonders schutzbedürftig sind, sind aus der Sicht eines durchschnittlichen Mitglieds dieser Gruppe zu beurteilen.


Snel optreden tegen inbreuken: einstweilige Verfügung
Hèt middel om snel op te treden tegen inbreuken op rechten op het gebied van het het Wettbewerbsrecht, de Gewerblicher Rechtsschutz, en ook het Urheberrecht, is de "einstweilige Verfügung": een rechterlijke beslissing, afgegeven in spoedeisende zaken waarin geen zitting plaatsvindt, noch de wederpartij gehoord wordt. De einstweilige Verfügung is in zekere zin te vergelijken met een ex parte verbod naar Nederlands recht (art. 1019e Rv).
Meer informatie nodig? Stuur een bericht.