In tegenstelling tot het Nederlandse strafblad worden in het Duitse strafblad slechts de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen (dus
Urteile en
Strafbefehle) waarin straf is opgelegd, schulduitsluitingsgronden en sommige andere beslissingen, opgenomen. Ook buitenlandse strafrechtelijke veroordelingen worden opgenomen. Een vrijspraak of een
Einstellung des Strafverfahrens wordt niet in het
Bundeszentralregister opgenomen.
In het
polizeiliches Führungszeugnis komt tot uiting of sprake is van eerdere strafrechtelijke veroordelingen, dus of iemand '
vorbestraft' is.
Niet alle strafrechtelijke veroordelingen worden in het
Führungszeugnis opgenomen en kenbaar gemaakt.
Niet opgenomen en middels een
Führungszeugnis kenbaar gemaakt worden:
- Geldstrafen van niet meer dan 90 Tagessätzen
- gevangenisstraffen van minder dan 3 maanden c.q. 'weniger als 91 Tagen Freiheitsstrafe'.
Echter, wanneer later een nieuwe veroordeling in het
Bundeszentralregister wordt opgenomen, worden vervolgens toch weer alle veroordelingen in het
polizeiliches Führungszeugnis weergegeven, ook wanneer deze latere veroordeling een relatief lage is, en alle veroordelingen samen onder de 90
Tagessätze of 3 maanden gevangenisstraf blijven. De betrokkene geldt dan dus toch weer als '
vorbestraft', hetgeen in een volgende zaak nagenoeg altijd tot sanctieverzwaring leidt.
Pas na 3 jaar wordt dit vervelende gevolg losgelaten.
Het kan dus zaak zijn om een nieuwe veroordeling te voorkomen door bijvoorbeeld tijdig
Einspruch tegen een
Strafbefehl in te dienen, en/of een sepot (
Einstellung) proberen te bewerkstelligen (vgl.
§§ 153, 153a StPO).
Vrijspraken en sepotbeslissingen (
Einstellungsverfügungen) worden uiteraard ook vastgelegd; niet in het het
Bundeszentralregister, maar in de
Verfahrensregister der Staatsanwaltschaft. Deze registers worden echter slechts in zeer uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld: strafbare feiten tegen de Duitse Staat) geraadpleegd.